Sports

Dit zijn de 10 meest legendarische comebacks in de F1-historie ooit

Deze duels kunnen we in 2024 in de Formule 1 verwachten

Als je de laatste jaren de autosport en dan met name de Formule 1 hebt gevolgd, dan weet je dat één naam onlosmakelijk is verbonden met de koningsklasse: Niki Lauda. Afgezien van zijn vele successen staat waarschijnlijk zijn beruchte crash nog op je netvliezen gebrand of heb je het filmpje van zijn crash al talloze malen voorbij zien komen op YouTube. Op wonderbaarlijke wijze overleefde hij de crash, bovendien wist hij in een record tempo zodanig te herstellen dat hij gewoon weer kon deelnemen aan de Grand Prix. Over een legendarische comeback in de Formule 1 gesproken.

De Formule 1 comeback van Lauda en anderen

Het ongeluk van Niki Lauda ging de boeken in als het meest dramatische ongeluk in de autosport. Niemand had er zijn geld op durven in te zetten dat hij er weer bovenop zou komen. Toch maakte hij enkele weken later zijn spectaculaire comeback in de Formule 1. Hij is niet de enige coureur die eigenlijk al was afgeschreven en vervolgens weer terug kwam. Vele andere coureurs zouden zijn voorbeeld volgen. Wij zetten de grootste comebacks in de Formule 1 op een rijtje.

Kimi Räikkönen

Nadat Kimi Raikkonen in 2007 het kampioenschap in Formule 1 had gewonnen, koos hij twee jaar later voor de rallysport. Blijkbaar gaf hem dat niet voldoende genoegdoening en in 2011 keerde hij weer terug in de koningsklasse. Op zich logisch, in de rallysport bleek hij niet meer dan een middelmatige deelnemer te zijn. Zijn comeback in de Formule 1 was een stuk succesvoller en de Fin werd tijdens de GP van Bahrein tweede en in de GP van Spanje werd hij derde.
https://www.instagram.com/p/CN0S-kCB8uq/

Nigel Mansell: 1991, 1994

Nigel Mansell was niet alleen een getalenteerde coureur, hij maakte er ook een gewoonte van om steeds weer terug te keren in de Formule 1. Maar liefst drie keer zei hij vaarwel tegen de autosport om doodleuk even later weer terug te keren.
De eerste keer dat hij de koningsklasse gedag zei was in 1990. Destijds vermoedde hij dat Alain Prost een voorkeursbehandeling kreeg en dat accepteerde hij dus niet. Frank Williams zag zijn kans schoon in 1991 en wist de coureur te strikken.
Dat was een goede keus. In 1991 werd Mansell tweede om het jaar daarna het kampioenschap te claimen. In dat jaar nam hij ook weer afscheid om vervolgens in 1994 na het zware ongeval met Ayrton Senna weer terug te keren op het hoogste niveau. Je raadt het al: hij vertrok weer om pas in 1995 het weer te gaan proberen. Die comeback in de Formule 1 was echter van korte duur en na twee Grand Prix hield hij het definitief voor gezien.

Alain Prost: 1993

De man die Mansell verving bij Williams in 1993 was niemand minder dan voormalig Ferrari-teamgenoot Alain Prost. De toenmalige drievoudig wereldkampioen was aan het einde van het seizoen 1991 ontslagen door Ferrari en zat het jaar daarop aan de kant. Aangezien Williams gebruik maakte van een Renault-motor en werd gesponsord door Elf, leek de Fransman de perfecte kandidaat. Dat klopte ook, in dat jaar won hij de wereldtitel door zeven keer een GP te winnen. Over legendarische comebacks in de Formule 1 gesproken.
https://www.instagram.com/p/BoRfn9Nhs5o/

David Coulthard

Coulthard koesterde in 2000 nog steeds de wens om het kampioenschap te winnen voor McLaren. Een vliegtuigongeluk maakte een einde aan die droom toen hij in zijn privéjet neerstortte. Een geslaagde noodlanding zorgde ervoor dat hij het kon overleven en vier dagen later maakte hij een comeback in de Formule 1 startte hij vanaf P4 in de GP van Spanje. Hij eindigde in die GP als tweede achter de winnaar Mika Häkkinen.
https://www.instagram.com/p/CFhfn4jqHWp/

Mika Häkkinen: 1993

Coulthard’s teamgenoot Mika Häkkinen heeft ook het nodige meegemaakt voordat hij tot twee maal toe het kampioenschap won. De Fin reed voor McLaren in zijn derde seizoen in de Formule 1 tijdens de Australische Grand Prix toen hij de controle over zijn auto verloor tijdens de kwalificatie.
Die crash was dusdanig dat hij ter plekke een noodbehandeling kreeg en later zou in het ziekenhuis blijken dat hij een schedelbreuk en inwendige bloedingen op had gelopen. Hij miste miste slechts één race en maakte na drie maanden weer zijn comeback in de Formule 1.

Michael Schumacher: 1999

Ook voor één van de allergrootsten in de koningsklasse zat het niet altijd mee. Halverwege het seizoen van 1999 leek het alsof Michael Schumacher voor Ferrari eindelijk de eerste wereldtitel sinds 1979 zou winnen. Tijdens de GP van Engeland zou het noodlot toeslaan toen zijn remmen dienst weigerden en hij zijn wagen in de muur moest parkeren. Het gevolg was een gebroken been en een verloren seizoen.
Teamgenoot Eddie Irvine nam vervolgens de titel van Ferrari over en Schumacher maakte zijn comeback in de Fromule 1 tijdens de Maleisische Grand Prix. In die wedstrijd liet hij Irvine winnen om hem zo een prima uitgangspositie te geven met nog slecht een GP te gaan. Zover kwam het echter niet. Irvine kon de klus niet afmaken en moest toezien hoe Mika Häkkinen de titel won. Het jaar daarop won Schumacher de titel wel met overmacht.

Johnny Herbert: 1989

Jonny Herbert werd ooit beschouwd als een van de grootste Britse coureurs toen hij in 1985 het British Formula Ford Festival op Brands Hatch won. Herbert werd vervolgens gezien als de grootste kanshebber voor de Formule 3000 in 1988 totdat hij zijn beide voeten en enkels verbrijzelde tijdens zijn crash op Brands Hatch. Zijn voeten hoefden weliswaar niet geamputeerd te worden, maar de artsen vertelden hem dat hij nooit meer zou kunnen lopen. Dat laatste bleek niet helemaal te kloppen en in 1989 kreeg hij een stoeltje in het team van Benneton. In zijn eerste race van dat jaar werd hij zelfs vierde tijdens de GP van Brazilië. Dat is nog eens een legendarische comeback in de Formule 1.

Niki Lauda: 1982-84

Afgezien van zijn opmerkelijke comeback in 1976, waarbij hij de dood in de ogen keek, maakte hij ook nog een spectaculaire comeback in de Formule 1 in 1984 door het kampioenschap te winnen. Lauda was in 1979 gestopt om zich toe te leggen op zijn zakelijke activiteiten. Dat werd geen onverdeeld succes en uit geldnood deed hij weer mee in de Formule 1. Het bleek een gouden greep te zijn en hij won voor McLaren weer een aantal GP’s in 1982. Twee jaar later werd hij voor de vierde keer kampioen en pakte hij de titel met slechts een half punt verschil ten opzichte van concurrent Alex Zanardi.

Alex Zanardi

Hoewel het niet strikt gaat om een comeback in de Formule 1, is het verhaal van een Alex Zanardi op zijn minst bijzonder. Zanardi nam van 1991 tot 1994 deel aan de Formule 1 voor respectievelijk Jordan, Minardi en Lotus. Toen hij in 1994 stopte in de Formule 1 ging hij zijn geluk beproeven in Amerika met de CART-serie en won met Chip Ganassi in 1997 en 1998.
De populaire Italiaan keerde in 1999 terug in de F1 bij Williams, maar van een succesvolle comeback was geen sprake. Omdat hij niet van opgeven hield keerde hij terug naar het CART-gebeuren met Mo Nunn. Een zwaar ongeluk zou een einde maken aan zijn ambitie, maar hij zou sterker dan ooit terug komen. Ondanks twee geamputeerde benen en een dramatisch bloedverlies keerde hij terug in het World Touring Car Championship in een speciaal aangepaste auto. Was dat het einde? Nee, zeker niet! Zanardi won de Paralympische Spelen van 2012 in Londen.
https://www.instagram.com/p/BsY0DPul4qG/

Robert Kubica

Of er ooit nog een coureur zal zijn met een onvoorstelbare comeback in de Formule 1, is niet bekend, maar Robert Kubika gooit hoge ogen als overlevingsspecialist. Sinds zijn ongeval in een Skoda in de eerste etappe van de Ronde di Andora Rally, is Robert Kubica een van de meest opvallende coureurs in de Formule 1. Dat is niet zo vreemd als je weet dat zijn onderarm destijds gedeeltelijk is geamputeerd, hij een aantal breuken heeft opgelopen aan zijn onderarm, rechterelleboog, schouder en been, evenals een aanzienlijk bloedverlies. Ondanks de ernst van zijn verwondingen is Kubica hersteld en eind vorig jaar keerde hij terug in de Ronde van Gomitolo Di Lana. Het evenement won hij met meer dan een minuut verschil.