Hoe lang moet je nou écht vasten? Experts leggen het uit
Intermittent fasting is tegenwoordig niet meer weg te denken. Van sporters tot biohackers: iedereen lijkt ermee bezig. En dat is niet gek, want het kan helpen bij gewichtsverlies, betere bloedsuikercontrole én een scherper brein. Maar de hamvraag blijft: hoe lang moet je vasten om er écht wat uit te halen?
De 16:8-methode: de sweet spot
Volgens voedingsdeskundigen is er één aanpak die er met kop en schouders bovenuit steekt: de 16:8-methode. Dat betekent 16 uur vasten en 8 uur eten, bijvoorbeeld tussen 12.00 en 20.00 uur. Klinkt pittig, maar het valt mee. Je mag in de vastenperiode namelijk gewoon water, zwarte koffie en thee drinken.
Uit onderzoek blijkt dat 16 uur precies lang genoeg is om je insulinegevoeligheid te verbeteren, nachtelijk snacken te vermijden en je metabolisme een flinke boost te geven. Daarbij is het ook nog eens goed vol te houden: mensen verliezen gemiddeld 1 à 2 kilo per week en weten zich er vaak aan te houden, zelfs op de lange termijn.
Lees ook: Hoeveel eiwit kan je lichaam echt opnemen? Een expert legt uit
Voor wie werkt het?
De 16-uursvast werkt vooral voor gezonde volwassenen die een paar kilo kwijt willen of gewoon meer structuur in hun eetpatroon zoeken. Zit je aan medicijnen of heb je diabetes, overleg dan eerst even met je arts.
Lang genoeg om resultaat te zien, kort genoeg om vol te houden. Experimenteer met je timing, luister naar je lichaam, en je zult merken dat intermittent fasting geen straf, maar een tool kan zijn die echt werkt.
Lees ook
