China rules the road

Ooit waren elektrische bussen iets nieuws, nu zijn ze bijna niet meer weg te denken uit het straatbeeld. En raad eens: de grootste groei zit niet bij de Europese pioniers, maar bij de Chinese giganten BYD en Yutong. Binnenkort komt 33% van alle Nederlandse stekkerbussen uit China. BYD, met compleet eigen batterijtechnologie, competitieve prijzen én een solide reputatie in alle continenten, wordt steeds vaker als beste deal gezien door OV-bedrijven. Yutong, groot geworden in China, vaart er direct achteraan. Ze pakken in stilte flink marktaandeel.

De prijzen zijn messcherp en de moderne batterijtechnieken zijn indrukwekkend, al helemaal vergeleken met hun Europese tegenhangers. Gemeenten en vervoerders maken logische keuzes. Zij selecteren vaak op prijs-kwaliteit en betrouwbaarheid. Dat Chinese bussen technisch dik in orde zijn, bewijst het feit dat ze vrij probleemloos de onderhoudsstraten doorlopen. Je ziet het niet direct aan de buitenkant, maar binnenin zitten vaak de nieuwste snufjes op het gebied van batterijmanagement en passagierscomfort. Die technologische voorsprong maakt dat je als reiziger bijna geruisloos (en milieuvriendelijk) je ritje maakt. Iedereen wordt blij van schone lucht in de stad.

Lees ook: Eerste zelfrijdende bus rijdt vanaf nu door Nederland.

Wat betekent deze explosieve groei voor ons eigen OV-landschap?

Voor de liefhebbers van technologie en innovatie zit er een dikke plus aan deze Chinese import. Nederlandse steden worden schoner en het OV wordt stiller en comfortabeler. Die snelle verbetering van accutechnologie drijft de hele sector vooruit. Maar er zit ook een andere kant aan dit verhaal, eentje die schuurt met het beeld van de maakindustrie in ons eigen kikkerlandje. Omdat BYD en Yutong zo snel groeien, zien Nederlandse fabrikanten hun marktaandeel slinken. Er komen banen op de tocht te staan. De afhankelijkheid van een paar Chinese merken kan bovendien tricky worden als het op onderdelen en service aankomt. Stel je voor dat er een kink in de kabel komt qua leveringen. Dan zit je ineens met een digitale bus die wel wil, maar niet kan rijden.

▼ scroll verder ▼

Binnen de OV-sector houdt men de vinger aan de pols. Lokale spelers zoeken manieren om concurrerend te blijven, bijvoorbeeld door samenwerkingen met regionale partners of door zich te richten op niche-markten. Dit omvat elektrische streekbussen of speciale services. Maar eerlijk is eerlijk: het geluid van een volledig Nederlandse citybus wordt steeds zeldzamer in de stad. En ja, de reiziger wil uiteindelijk vooral veilig, snel en duurzaam naar zijn bestemming. Wie de bus bouwt, maakt dan minder uit. Toch klinkt er gepruttel over de verschuiving van banenkansen en het risico van te veel afhankelijkheid van één markt.

Krijgen we een Chinese bus als nieuwe standaard of blaast onze eigen industrie terug?

Met de klimaatdoelen aan de horizon én de druk op stedelijke luchtkwaliteit is het bijna geen verrassing dat de keuze voor Chinese elektrische bussen zo logisch voelt. Ze zijn betaalbaar en goed in onderhoud. Daarnaast zijn ze voorzien van innovatieve accuinrichting, en rijden al in tientallen Nederlandse steden rond. Maar het blijft spannend hoe de balans uitvalt tussen duurzaam reizen en de gevolgen voor onze eigen industrie. De tijd zal leren of Nederlandse makers nieuwe manieren vinden om de markt terug te veroveren. Of dat we straks met z’n allen instappen in een hightech bus uit China die stiller rijdt dan je eigen scooter. Eén ding is zeker: het OV wordt er in ieder geval sneller, slimmer en schoner door.