Sport zit vol met iconische prestaties die de absolute perfectie van vaardigheid en concentratie vereisen. De laatste tijd is er online een trend gaande waarin drie van deze prestaties met elkaar vergeleken worden op basis van moeilijkheid, het gaat om een negendarter in darts, een 147 in snooker en een hole-in-one in golf. In dit artikel bekijken we welke van de uitdagingen het lastigst is om te behalen.
De negendarter
Een negendarter is de perfecte leg in darts, waarin een speler precies 501 punten weet uit te gooien in slechts negen pijlen. Dit vereist een combinatie van precisie, strategie en zenuwbeheersing. De meest voorkomende route is zes keer triple 20, gevolgd door triple 19 en dubbel 12. Hoewel een negendarter uitzonderlijk is, wordt het regelmatig bereikt door professionele spelers. Sinds de introductie van televisie-uitzendingen van darts zijn er tientallen negendarters gegooid, mede dankzij de groeiende professionalisering van de sport.
De 147 in snooker
Een 147-break, ook wel een maximum break genoemd, is de hoogste score die een speler kan behalen in snooker. Dit vereist dat alle 15 rode ballen gevolgd worden door 15 zwarte ballen, en vervolgens de kleuren in de juiste volgorde worden gepot. Het is een technische en mentale uitdaging, waarbij elke slag perfect moet zijn om de juiste positie voor de volgende bal te behouden. Hoewel 147’s vaker voorkomen in het moderne snooker, zijn ze nog steeds een zeldzaamheid. Sinds het begin van de officiële telling in de jaren 80 zijn er wereldwijd slechts enkele honderden geregistreerd.
De hole-in-one
Een hole-in-one in golf is het slaan van de bal vanaf de tee direct in de hole. Dit hangt niet alleen af van techniek en precisie, maar ook van externe factoren zoals wind, baancondities en soms een beetje geluk. Professionele golfers behalen zelden een hole-in-one, en amateurspelers nog minder. De statistieken zijn ontmoedigend: de kans voor een gemiddelde golfer wordt geschat op 1 op 12.500, terwijl professionals een kans hebben van ongeveer 1 op 2.500.
Wat is er moeilijker: een negendarter, een 147 of een hole-in-one
Een grote factor van de moeilijkheidsgraad is het verschil in de aard van de sport:
- Een negendarter en een 147 zijn afhankelijk van pure vaardigheid en consistentie, maar de kans om te oefenen en de situatie te reproduceren is veel groter.
- Een hole-in-one is het meest afhankelijk van externe factoren en minder controleerbaar. Zelfs de beste golfers kunnen tientallen jaren spelen zonder er ooit een te slaan.
Which one is more difficult❓🎯 Nine-darter
🎱 147
⛳️ Hole in oneFind out once and for all with the Paddy Power Perfect Challenge!— Paddy Power (@paddypower) December 2, 2024
Hierom zou je kunnen stellen dat een hole-in-one de lastigste prestatie is, omdat het deels buiten de controle van de speler ligt. Hierdoor valt de hole-in-one lastig te vergelijken met andere twee prestaties, die twee vallen echter wel vrij goed met elkaar te vergelijken. Tussen deze twee is het lastig welke lastiger is gezien ze beide het extreme eisen, maar in algemene termen wordt een 147-break vaak als moeilijker beschouwd vanwege de complexiteit, het strategische denken en de langere tijdspanne waarin je foutloos moet presteren. Daar tegenover staat wel dat pool in principe een makkelijkere sport is dan darten voor nieuwkomers, en het feit dat op het moment een dartpijl in een klein vakje gegooid wordt er minder ruimte is voor de volgende pijlen. Onze conclusie is daarom dat voor een professionele poolspeler het lastiger is om een 147-break te behalen dan het is om een negendarter te gooien voor een profdarter. Voor een de niet profs zijn beide in principe onmogelijk, maar is de kans op een 147 waarschijnlijk groter dan een negendarter gezien het instapniveau verschil tussen de twee sporten.